Door de dorpen van de maskers en met roet besmeerde gezichten neem ik jullie mee naar Gavoi …
Het Sardijns, of Sardisch, is geen dialect maar een taal en dat maakt haar zo’n ontzettend bijzonder en uniek aspect van onze cultuur om over te vertellen.
Zo zijn er in de Sardijnse taal heel veel woorden om de carnavalsrituelen te beschrijven: het woord Harrasehare (carnaval), bijvoorbeeld, lijkt afgeleid te zijn van het Sardijnse harre ‘e sehare, wat wil zeggen ‘aan flarden gescheurd vlees’, precies zoals Dionysus was verslonden door de Titanen. Het is dan ook aan de hand van deze interpretatie dat men in Barbagia de geofferden wil herdenken (zij die de maskers dragen van hout, kurk of roet), het symbool voor de oude heidense verzoeningsrituelen van dood en wedergeboorte.
Een van de Sardijnse woorden die te maken hebben met het carnaval, eigenlijk een werkwoord, is tittieddare of intinghere: beide worden gebruikt om de handeling aan te duiden van ‘het gezicht insmeren met roet of as’ (van titieddu, dat ‘roet’ betekent). Dit vertel ik omdat titieddaos (met een met roet beschilderd gezicht) of intintos, de vele gezichten zijn van het Sardijnse carnaval in de Barbagia: het kleuren van je gezicht met roet staat namelijk voor hetzelfde als het dragen van een masker, zoals de houten caratza die Boes en Merdules dragen in Ottana, sa visera van de Mamuthones in Mamoiada of het kurken masker su bundu in Orani.
Het beschilderen van elkaars gezicht met roet na het verbranden van het kurk is een van de rituelen die wezenlijk onderdeel zijn van iedere ceremonie van de aankleding, waarbij je aanwezig kunt zijn voorafgaand aan elke verschijning van de hoofdpersonen van het carnaval. Bijna alle dorpen van de Barbagia kennen dit ritueel.
Ik laat jou, beste Nederlandse reiziger, een paar van de titieddaos-gezichten zien: die van Orotelli met de geweldige thurpos, de tumbarinos in Gavoi, de kleine sos de s’iscusorzu (de herders) van Teti, de urthos en buttudos van Fonni en de mamutzones van Samugheo. Maar ook in Lula en Ovodda worden de gezichten gekleurd, respectievelijk su battileddu en sos intintos, die de straat opgaan op Aswoensdag, wanneer het carnaval overal is afgelopen.
Als er één plaats is waar ik je zonder meer mee naartoe zou willen nemen tijdens ons carnaval, dan is dat wel Gavoi.Daar kun je de spectaculaire Sortilla de tumbarinos bijwonen, de eerste grootse verschijning van de tumbarinos (de tamboers) in het feest waarnaar iedereen uitkijkt en dat tot de meest oorspronkelijke van het hele eiland behoort.
Op die datum, die door de inwoners van Gavoi jovia lardajola wordt genoemd (omdat als eten voor die gelegenheid bonen met spek werden bereid), komen om klokslag drie uur ‘s middags op vette donderdag plotseling op het centrale Piazza San Gavino vanuit alle steegjes en alle deuren van het dorp spontaan vele tientallen mensen tevoorschijn, mannen en vrouwen, ouderen en kinderen, met de gezichten helemaal met roet besmeerd; met een trommel om de nek en enorm veel zin om mee te doen en te feesten, voegen ze zich bij de Sortilla (verschijningsparade) die met haar klanken tot diep in de nacht de maskers en de talrijke bezoekers begeleidt door de straten van het dorp.
De traditionele instrumenten die bespeeld worden in Gavoi zijn naast sos tumbarinos (trommels gemaakt van geitenvellen in allerlei verschillende maten voor groot en klein), su pipiolu, de rietfluit, su triangulu, de smeedijzeren triangel, de accordeons en ten slotte su tumborro, een instrument gemaakt van een gedroogde dierlijke blaas die is opgeblazen tot klankkast waar trilling in wordt gebracht door een snaar net als bij een viool.
Het carnaval van Gavoi wordt afgesloten op Vastenavond, de avond waarop het gebruik is om de carnavalspop Zizzarone naar de brandstapel te brengen. Met de kool hiervan tekenen op woensdagochtend de jongeren, Sos Intinghidores of chisineris, ofwel zij die beschilderen met de as, een kruis op het gezicht van de mensen die ze tegenkomen op straat. Dit carnaval staat voor het behoud van de voorouderlijke bezwerende en regeneratieve waarde die wordt voortgebracht door de klanken, die de natuur uit de winterslaap willen wekken, de negatieve invloeden willen afwenden en de overvloed van de gemeenschap willen begunstigen. En dat is de mooiste boodschap van het carnaval van de Barbagia: een fascinerende boodschap van wederopbloei, van wedergeboorte.
En dat is waarom je hierheen moet komen om het in eigen persoon te beleven.
Auteur van de post en alle foto’s: Antonella Fancello
Belangrijkste foto: Tumbarinos in Gavoi
Vertaald door Nunzia Taaldiensten