Het kleine paradijsje in Golfo Aranci dat Cala Moresca heet
Ik kan niet precies zeggen hoe vaak ik al wel op Cala Moresca ben geweest. In de tijd dat ik in Bologna woonde en naar het eiland ging om mijn familie op te zoeken, was dit de eerste plek die ik dan weer bezocht, vooral in de zomer. Dit is ook het strand waar ik al mijn vrienden altijd mee naartoe nam die mij kwamen opzoeken in Sardinië.
Het dorp Golfo Aranci (op ca. 18 km van Olbia) is ontstaan als vissersdorpje van vissers die van het eiland Ponza kwamen en zich in het dorp vestigden omdat het een visrijke plek was. De legende verhaalt dat het zijn naam (letterlijk vertaald: sinaasappelbaai) te danken heeft aan het verhaal van een schip dat vele jaren geleden gezonken is met aan boord een enorme lading citrusvruchten, waarvan de geur lange tijd in de kleine baai aanwezig is geweest. In werkelijkheid wordt de oorsprong van de naam Golfo Aranci toegeschreven aan de veritaliaansing van het Gallurese dialect: Golfu di li Ranci ofwel Golfo dei Granchi (krabbenbaai).
Tegenwoordig is Golfo Aranci, dat belangrijk is vanwege zijn haven, vooral in de zomer een levendig dorp met veel evenementen naast de diverse winkels, restaurants etc… De boulevard is na een recente renovatie bijzonder stijlvol geworden en perfect voor een wandeling of om lekker te zitten op een comfortabel bankje en een beetje te lezen.
Het kleine paradijsje van Golfo Aranci heet Cala Moresca en je kunt er makkelijk komen door de bordjes in het dorp te volgen. Je loopt door tot bijna het einde van het dorp en steekt een spoorweg over, vanaf daar ga je over een korte onverharde weg en laat je de auto achter op de parkeerplaats om daarna nog een klein stukje te voet af te leggen: dit omdat het strand in een beschermd natuurgebied ligt.
Als ik aan Cala Moresca denk dan denk ik aan mijn vroegere gewoonten, ik denk aan de weg die me naar het strand voert: aan de rechterkant zie ik het eilandje Figarolo, het kristalheldere water, ik ruik de geuren van de mediterrane maquis, die hier de hoofdrol speelt, en uiteindelijk kom ik aan bij de twee kleine strandjes. Het eerste strandje ligt aan een mooi dennenbos, terwijl het tweede strandje volledig in de zon ligt.
Gewoonlijk blijf ik graag op het eerste strandje, tussen het zand en de steentjes. Ik vind het heerlijk om daar te zwemmen en al zwemmend naar het volgende strandje te gaan. Daarna ga ik lekker in de zon liggen, lees ik mijn boek en doe ik tijdens de warmste uren misschien nog een dutje in afwachting van de namiddag, waarin ik een wandeling maak naar Capo Figari (de berg achter het strand) en geniet van het uitzicht.
Om het paadje te bereiken dat me naar de top leidt, ga ik naar het tweede strandje. Aan de linkerkant is een oude oven te zien voor de productie van kalk, een ware industriële archeologische vondst, terwijl je verderop het onverharde weggetje vindt dat ik gewoonlijk kalmpjes afleg, omdat in alle rust genoten moet worden van het uitzicht dat op me wacht.
Tijdens de wandeling zijn er twee mogelijkheden: ik kan naar het uit rozige stenen en rotsen bestaande Cala Greca gaan en langs het Cimitero degli Inglesi (kerkhof van de Engelsen) lopen waar volgens de legende enkele Engelse zeelieden rusten die schipbreuk hebben geleden bij Capo Figari, of verdergaan naar de Vecchio Semaforo (oude seintoren) waarvandaan ik uitzicht heb op het eilandje Figarolo, Tavolara en Golfo di Marinella.
Vanaf het terras van de seintoren experimenteerde Guglielmo Marconi in 1932 met het verzenden van radiotelegrafische en -telefonische signalen. Nu kan ik alleen nog maar proberen om me een voorstelling te maken van de sfeer in die tijd en fantaseren over wat er gebeurde binnen de muren van dit gebouw, dat inmiddels leegstaat maar nog een bijzondere charme heeft. Wat ik altijd adviseer is om een verrekijker mee te nemen, want het is niet uitgesloten dat je tussen de eeuwenoude jeneverstruiken nog moeflons, vossen of een slechtvalk zult zien.
De hele tocht heeft minder dan een uur geduurd. Meestal maak ik veel foto’s en maak ik me dan op voor de terugtocht naar het strand om nog een laatste duik te nemen voordat ik vertrek. Dit is een wandeling die in elke tijd van het jaar mooi is om te doen. Sardinië is niet alleen een zomerbestemming en als je het leuk vindt om wandeltochten te maken dan is dit voor jou het perfecte eiland, ook in de winter!
Hoe ik mijn dag afsluit?
Ik ga natuurlijk terug naar het dorp voor een wandelingetje en om een heerlijk ijsje te eten bij Gelateria Rorò (Via Libertà 81).
Als het inmiddels etenstijd is dan is mijn advies om in Golfo Aranci te blijven en te reserveren bij het restaurant Scorfano Allegro: wanneer zul je weer in de gelegenheid zijn om heerlijke vis te eten en Sardijnse wijnen te proeven aan zee met je voeten praktisch in het zand?
Auteur van de post: Laura
Belangrijkste foto: photo credit FZA_1970
Vertaald door Nunzia Taaldiensten